Hij

Hij

Wie is hij?
Hij hoort bij mij.
Hij hoort in mijn leven.
Niemand zal mij ooit zoveel liefde geven.

Ik ben nergens liever dan bij jou.
Ik zou niet weten wat ik zonder moeten zou.
Zonder jou kan ik niet.
Want dan heb ik zoveel verdriet.

Daarom ben ik blij dat ik jou vriendin mag zijn.
Zonder zorgen, zonder pijn.
Jij bent degene die alles van mij ziet.
Mijn geluk en mijn verdriet.

Daarom is hij degene van wie ik zoveel hou.
Ik hoop dat ik met hem een heel leven op bouw.
Want ik weet niet wat zonder hem moeten zou.